Lake of the moon – Kevin Houben

Verschillende theorieën gaan ervan uit dat de oorsprong van de Azteken in Siberië en Mongolië ligt. De vermeende voorouders kwamen over de Beringstraat en trokken via het huidige Noord-Amerika naar het zuiden, op zoek naar een nieuw thuis.

Naar verluidt droeg de zonnegod Huitzilopochtli hun op hun nieuwe stad daar te stichten waar een adelaar op een cactus zou zitten met een slang in zijn bek. Na lange omzwervingen bereikten ze de Vallei van Mexico (de naam Mexico komt van metztlixcictlico: plaats in het midden – of de navel – van de maan). In het midden van deze vallei lag een zoutmeer, Texcoco genaamd, met een rotseiland erin. Op een van de rotsen zat een adelaar op een cactus met een slang in zijn bek. Voor de Azteken was dit het teken dat ze hier hun hoofdstad moesten bouwen, met de naam Tenochtitlan: plaats waar de cactus op een steen groeit. Tegenwoordig ligt hier Mexico-Stad. Met dit gegeven als inspiratiebron componeerde Kevin Houben – in opdracht van de Koninklijke Fanfare-Brassband De Kempengalm uit Vlimmeren (België) – Lake of the Moon.

De compositie bevat flarden oosterse muziek en Zuid-Amerikaanse ritmes; hier en daar lijken Russische kozakken de orde te verstoren. De tocht van noord naar zuid is niet zonder gevaren; er gaat enige dreiging van de muziek uit. In het Adagio divoto neemt de componist ons mee naar het Texcocomeer, dat door de Azteken het meer van de maan werd genoemd. In het laatste deel weerklinkt de vreugde die de Azteken voelden toen hun zwerftocht eindelijk ten einde was – de ontwikkeling van een nieuwe beschaving kon beginnen.